Als ik mensen vertel dat ik schrijver ben, krijg ik geregeld de reactie: ‘Oh leuk, ik heb er zelf ook altijd van gedroomd om schrijver te worden.’ Stel ik diezelfde mensen de vraag of ze ook effectief schrijven, dan is het antwoord meestal nee. Mijn advies? Stop met dromen en schrijf!
Héél veel schrijven is namelijk de enige manier om schrijver te worden. Schrijven is een kwestie van werken, van je pen scherpen en van intensief trainen. Je wordt ook geen profvoetballer of toppianist door alleen maar te dromen, toch?
Het leuke aan schrijven is dat je er niet veel voor nodig hebt. Geen dure piano. Geen atletisch lichaam. Geen diploma. Een computer is handig, maar in principe heb je aan pen en papier genoeg. En je moet tijd maken om te schrijven. Bij voorkeur élke dag.
Door elke dag te schrijven, train je namelijk je ‘schrijfspier’. Hoe meer je traint, hoe beter je schrijft. En hoe beter je schrijft, hoe groter de kans dat je ooit je eigen boek in de boekhandel ziet liggen.
Tijd maken om te schrijven is niet zo eenvoudig als je een veeleisende baan hebt, als je moet studeren of als er jengelende kinderen door het huis hollen. Maar het kan. Begin met kleine schrijfoefeningen, ga op zoek naar ‘je eigen stem’ en bouw daarna langzaamaan op naar grotere projecten. De volgende tips helpen je om van start te gaan.
1. Neem altijd een notitieschriftje mee
Zorg ervoor dat je in staat bent om te schrijven als de gelegenheid zich voordoet. Neem dus altijd een notitieschriftje met je mee, zodat je geniale invallen kunt noteren, een prachtige woordcombinatie kunt neerpennen of een schrijfoefening kunt uitvoeren op een onvoorzien ‘leeg’ moment.
Eerder hield ik al een pleidooi voor een speciaal soort notitieschriftje: het zintuigenschriftje. Warm aanbevolen!
Geen zin om voortdurend met een schriftje te sleuren? Kies dan voor een digitale oplossing. Evernote is bijvoorbeeld erg handig. Met de gratis basic versie kom je al een heel eind. Rijd je met de auto en sta je vaak in de file? Dan biedt een dictafoontje weleens soelaas.
2. Benut de tijd die je al hebt
Je hebt allicht meer tijd om te schrijven dan je denkt. Hoe vaak zit je niet te wachten bij de tandarts of bij de dokter, of aan een of ander loket? Wat doe je als je onderweg bent met bus, tram of trein? Hoe vul jij je middagpauze? Soms is 5 à 10 minuten schrijftijd al genoeg voor een kleine schrijfoefening of nauwkeurige observatie. Haal je notitieschriftje boven en schrijf!
3. Eerst schrijven, dan belonen
Nadat je een hele dag hebt gewerkt, eten hebt klaargemaakt, de afwas hebt gedaan en de kinderen in bed hebt gestopt, vind je wellicht dat je jezelf mag belonen met iets leuks. Een beetje rondhangen op Facebook, doelloos van de ene blog naar de andere surfen, tv kijken, lezen (in het beste geval ;-) … Je bent moe en het is heel verleidelijk om daar aan toe te geven. Maar stel dat je eerst nog even al je energie bij elkaar raapt en een halfuurtje schrijft? Dan geniet je daarna toch eens zoveel van je beloning, niet?
Vroege vogels (ik doe zelf even niet mee nu) kunnen ook een halfuurtje vroeger opstaan en schrijven tot de allereerste activiteit van de dag maken. Het grote voordeel? Uitstelgedrag krijgt geen kans!
4. Luister gesprekken af
Deze tip voer je maar beter een beetje discreet uit, want de meeste mensen houden niet zo van een luistervink in hun buurt. Maar voor je schrijfsels is het bijzonder interessant om ‘levensechte gesprekken’ af te luisteren én te noteren in je schriftje. Je ontdekt op deze manier dat gesprekken zelden bestaan uit mooi gecomponeerde volzinnen. Mensen onderbreken elkaar, aarzelen, maken hun zinnen niet af en gebruiken stopwoorden. Wil je geloofwaardige dialogen schrijven in een verhaal, dan is zo’n afgeluisterd gesprek een prima hulp. Bovendien brengen andere mensen je vaak op verhaalideeën die je zelf niet zou kunnen verzinnen.
In de bus of in de trein, in een café of op een terrasje kun je gemakkelijk luisteren en schrijven. Met een beetje geluk heeft niemand iets in de gaten en denken mensen gewoon dat jij de volgende bestseller aan het schrijven bent.
5. Schrijf als je niet schrijft
Eh, quoi? Schrijven doe je eigenlijk altijd, ook als je geen pen of computer bij de hand hebt. Van zodra je aan de slag gaat met gedichten of verhalen, laten die je niet meer los. Lees je de krant, dan springen bijzondere woorden je in het oog. De vrouw die jou bedient in het restaurant heeft dezelfde tic als de moeder van je hoofdpersonage, en je hoort je collega uit over de prille relatie van zijn tienerdochter omdat je een jeugdboek over een verliefde puber schrijft.
Schrijven is met andere woorden ook een kwestie van observeren, van nieuwsgierig zijn en van overal mogelijkheden ontwaren voor verhalen en gedichten.
En nu, schrijven! (bijvoorbeeld een reactie op deze blogpost, waarin je vertelt hoe jij tijd maakt om elke dag te schrijven ;-)
Goede tips! Ik schrijf wel, maar nog niet goed genoeg en niet elke dag. De laatste tip pas ik wel steeds meer toe :-)
Zelf schrijf ik altijd het best ’s morgens vroeg (een zondagochtend bijvoorbeeld), alvorens ik iets anders gedaan heb. Maar ik ben ook al ’s nachts opgestaan om wat te schrijven!
‘Elke dag schrijven’ kan op vele manieren hè. E-mails, blogposts, Facebookberichten, blogreacties, reviews op Goodreads, kerstkaartjes … ;-) Je hoeft geen ‘literatuur’ te schrijven om toch je pen te trainen. Dat je vooral ’s morgens vroeg schrijft, vind ik heel dapper! :-) Ik wou dat ik wat dat betreft iets meer discipline had …
Beste Reine, wat een leuke blog heb jij! Ik hou ook veel van taal, lezen, schrijven en lezen. En in elke stad die ik bezoek, ga ik ook altijd naar minstens 1 boekhandel. New York is ook een walhalla voor boekliefhebbers. En ik schrijf ook geregeld, op mijn nog jonge blog. Schrijven op papier is ook heel fijn, met een fijn zwart artline stiftje of een Mont Blanc balpen, mmmmm.
Dank je wel voor je fijne reactie, Eva! New York staat op mijn verlanglijstje; ooit ga ik daar ook de boekhandels verkennen :-) Leuk om jouw blog te ontdekken!
Beste Reine,
Jouw tips geven me weer zin in schrijven. Sinds mijn jeugdjaren schrijf ik gedichten. Niet alle dagen, maar zo af en toe en aan één gedicht heb ik vaak weken werk. Een vast tijdstip is moeilijk (meestal ’s nachts), maar ik probeer het op te lossen. Mijn vraag is echter : heeft het nog zin als je al de 60 voorbij bent? Nu de kinderen hun eigen weg bewandelen, rest alleen nog het werk en kan het misschien wel weer wat meer?
Natuurlijk kan het nog, Sim! Op schrijven staat geen leeftijd, toch? Als jij voelt dat het is wat je wil/moet doen én je bent bereid om ervoor te werken, dan zou ik zeggen: ga ervoor! Veel succes!